Introductie
Deze pagina reserveren we voor diverse onderwerpen die een eigen plaats verdienen, maar niet passen bij de rest van het menu.
Het eerste onderwerp is een bijdrage van Rosalie Sprooten.
Lammergierstraat 35 A/B
In den hook door Rosalie Sprooten
Het was in september 1969 dat ik in de krant een advertentie zag waarin een huis in Wolder te koop werd aangeboden. Mijn toenmalige echtgenoot en ik gingen er meteen op af. We waren de eerste belangstellenden. Het huis lag in de Lammergierstraat no 35. Er woonden twee echtparen, nl, Jeune Nicolaes met zijn vrouw en hun dochter. Zij was gehuwd met een spoorwegbeambte, meen ik. Ze woonden er samen met hun zoon. Toen de schoonzoon werd overgeplaatst naar Tilburg ontstond er een probleem. Het oude echtpaar kon er niet alleen blijven wonen. Per 1 oktober 1969 kochten wij het huis en een erbij horende grote tuin. Ernaast lag een onbewoonbaar verklaarde woning plus stal. In de stal stonden konijnenhokken en kennelijk had er kleinvee gestaan. Ik meen kalveren.
Het oudere echtpaar verhuisde naar Cadier en Keer waar een dochter woonde. Daar waren twee kamers vrijgemaakt waar ze konden wonen. Het was natuurlijk een goedbedoelde oplossing maar voor mensen die altijd vrij hebben gewoond en vooral een grote tuin gewend waren, was het pijnlijk. Hoelang ze nog geleefd hebben weet ik niet meer, maar meer dan een jaar zeker niet. Het was waarschijnlijk de dag voor Kerstmis 1970 dat in de kerk van Wolder twee doodskisten naast elkaar stonden. Ze waren in die week een dag na elkaar gestorven na zeker 60 jaar bij elkaar te zijn geweest.
De oude mevrouw was van de familie Marres. Helaas was zij een zg. voorkind. Hun buren, Jeng Theunissen en zijn gezin, woonden waar nu het atelier van Han van Wetering is. Het huis stond tot aan de straat. Het is afgebroken toen de boerenbond zich op dat terrein vestigde. Jeng Theunissen verhuisde met zijn vrouw naar Belfort.
De vrouw van Jeng was Anneke Marres. Tussen Nicolaas en Theunissen boterde het niet altijd. De inrit moest door Nicolaas, Theunissen en Jo Marres gebruikt worden.
Jo Marres had nl. zijn veld achter deze huizen liggen en had recht van overpad. Later is die grond door Han van Wetering gekocht.
Ook ik was verplicht Jo Marres met zijn landbouwvoertuigen doorgang te verlenen.
Toen de boerenbond mijn overbuur werd, is er een akkoord gesloten tussen hen en mij. Het recht van overpad werd door hen overgenomen.
Enkele jaren eerder had zich nog iets voorgedaan. Omdat wij een leegstaande stal hadden, overwogen we daar een garage in te maken. Ik zei dat aan Jeng Theunissen. Dat kan niet, meende hij, dan komt u altijd met twee wielen over mijn grond, want de inrit is voor driekwart van mij en voor een kwart van u.
Omdat ik meer dan genoeg grond had, wilde ik precies weten hoe de scheidingslijn liep. Het kadaster kwam opmeten en tot verbazing van menigeen bleek dat de hele inrit bij pand 35 hoorde. Die dag ben ik naar de smid gegaan en heb direct een afscheiding laten maken.
Nu was Jeng lid van de Groene, maar ook de smid.
Greta Jeurissen–Bastiaans, mijn rechter buurvrouw, wees me er op dat twee Groenen elkaar niet bijten. “Ik moet nog zien of de “Sjmeed” dat maakt. Maar de smid deswege gevraagd zei dat hij ook moest eten, hetzij van de Groene hetzij van de Blauwe. De dag dat de paaltjes in de grond werden geslagen stond Jeng er beteuterd bij. En in de straat had men leedvermaak.
In den Hook, zoals het hier genoemd werd, was vaak ruzie omdat Anneke Marres haar halfzus en haar man het leven zuur maakten. De oorzaak zou zijn, dat haar halfzus een voorkind was en dus uit zonde was geboren. Ik kan niet instaan voor de waarheid van deze versie, maar het is me vaker verteld. Van de familie Nicolaas weet ik dat ze gehinderd werd bij het gebruik van de inrit. Bij de koop was ons verteld dat we gezamenlijk recht hadden op de inrit, maar dat Jo Marres altijd doorgang moest hebben. Daartegenover stond dat hij de inrit niet vuil mocht achterlaten. Er kwam wel modder mee uit het veld, maar Jo had altijd schop en bezem bij zich om alles weer op te ruimen.
Onze rechterburen waren dus Leo Jeurissen, geboren in de Pletzersstraat op de boerderij. Het huis naast ons, waar de familie Bastiaens woonde, was in 1938 afgebrand. Die woning moet iets meer naar voren hebben gestaan, want volgens Greta is het nieuwe huis zo gebouwd dat het nu aansluit bij de huidige bebouwing in de straat. Leo Jeurissen is in 1975 overleden, waarna Greta ook naar Belfort verhuisde. Tot aan haar dood woonde ze in huize St Gerlach Biesland. In hun huis is ook Louis Bastiaens geboren die lang voorzitter van de harmonie is geweest en in de stad werkte als secretaris van de burgemeester. Naast Jeurissen woonde de familie Paulissen. Daar is ook de latere bisschop Paulissen geboren. Deze bisschop was waarschijnlijk een oom van Pie Paulissen die zo muzikaal was dat hij aangenomen werd in het L.S.O. Hij speelde vele jaren in het orkest. Hij overleed, te jong, aan een hartaanval.
Achter de onbewoonbaar verklaarde woning – na de scheiding en tot op heden mijn eigendom – lag een waterput. De bewoners van het huis Theunissen hadden het recht om door de gang van mijn pand naar de waterput te gaan. Dat was waarschijnlijk lang voordat Jeng met zijn familie daar woonde. Op oude kaarten is te zien dat het huis Theunissen en no 35 onderdeel waren van een boerderij en dat de put toen geen probleem moet zijn geweest.
Ik heb meer dan tien jaar in het huis no 35 gewoond. Na de scheiding van Rob van Grondelle, heb ik met vergunning, het pand 35-a bewoonbaar gemaakt en no. 35 voor drie jaar verhuurd. Daarna heb ik het pand verkocht. Thans wonen er Federico Santi, dirigent van Italiaanse afkomst, en zijn vrouw Barbara Haveman, operazangeres.
De voormalige stal, bij mijn huis, heb ik verbouwd tot een appartement en dit is door diverse huurders in de loop der jaren bewoond geweest. Het is officieel als no 35-b aan het woningbestand van de gemeente toegevoegd.
Wolder Pinksteren 2012
Your Content Goes Here