Spectaculaire kaart met details over Wolder in 1673
Wat voor een slimme plannen hadden de Fransen toen ze 350 jaar geleden Maastricht wilden innemen? Hoe pakten ze dat aan? Onlangs ontdekte een historicus in een Frans militair archief twee gedetailleerde getekende landkaarten uit die tijd, waarop het gebied van de belegering en de aanvalsstrategie zijn weergegeven. Wolder / Wilre was het kloppend of bloedend hart van dat beleg. De ontdekker van deze kaarten, dr. Dirk Jansen, hield in januari in Wolder een lezing over zijn vondst.
Die belegering van Maastricht is tegenwoordig toegespitst op één gebeuren: de dood van de musketier, en de eventuele vondst van zijn botten. Toch was deze d’Artagnan hier niet alleen: met 25.000 manschappen was Lodewijk XIV rondom de vesting gestationeerd. Er zijn er beslist tallozen gesneuveld. We weten dat Zijne Majesteit persoonlijk aanwezig is geweest. Bekend is het schilderij waarop hij vanaf de Louwberg naar de stad kijkt.
De Zonnekoning is hier niet alleen voorbij gegaloppeerd, hij heeft zijn kamp opgeslagen en van hieruit het rijk geregeerd. Dit betekende dat Wilre in die dagen gold als de hoofdstad van Frankrijk.
Het lukte de Fransen om onze stad in dertien dagen in te nemen. Dit speelden zij klaar dankzij de nieuwe ideeën van de toen nog jonge vestingbouwkundige Vauban. Hoe deze de verovering van de stad realiseerde, staat uitgewerkt op de diverse bijlagen bij de kaart. Deze stukken werden zelfs nog lang daarna als militair lesmateriaal gebruikt. Mogelijk is dit een verklaring waarom ze behouden zijn.
De plattegrond en de tekeningen op de kaart zijn opvallend gedetailleerd en nauwkeurig. De bebouwing binnen de stadsmuren is niet ingevuld, dat was niet van belang voor de inname. De aandacht gaat volledig uit naar de ommelanden met de vestingwerken, de loopgraven en de kampementen. Niet alleen krijgskundige objecten zijn weergegeven, ook het landschap kreeg aandacht, evenals de (holle) wegen, de carréboerderijen, de kerken en de kasteeltjes. Het hele buitengebied werd ingemeten en opgetekend: Wilre, Slavante, Borgharen en Heer zijn te zien.
De Franse bezetting heeft vijf jaren geduurd. Door de internationale ontwikkelingen moest Lodewijk in 1678 vrede sluiten. Zijn Guerre de Hollande liet een spoor van vernielingen en plunderingen achter. Toch herdenken wij nog steeds de beroemde gesneuvelde Franse musketier, onze vijand van destijds.
Deze lezing was de eerste Limburgse activiteit van het d’Artagnan-jaar 2023.
Door: Adam Frans van der Meulen, in of na 1673
Te zien in: Limburg Museum Venlo
In dezelfde week waarin D’Artagnan zijn laatse adem uitblies, sneuvelde in Wyck Jonkheer Joan van Pappenhoven. Informatie ovr hem vindt u in onderstaand artikel van Dirk-Jacob Jansen.
25 juni 2023: 350ste Sterfdag van Joan van Paffenrode
Hier blijkt, nooit laffe duif van trotse Arend kwam,
Hier ziet men ’t ware zaad van ware Arckels stam,
Dat met een fiere tred wil tot de Sterre stijgen.
Regelmatig dringt zich de vraag op waarom in Maastricht de dood van de Franse musketier d’Artagnan wordt herdacht, die eigenlijk een vijand was, en niet een van de honderden soldaten die tijdens de belegering van Maastricht door Lodewijk XIV in 1673 aan de Nederlandse kant zijn gesneuveld. De reden is simpel: Alexandre Dumas’ grandioze historische roman De Drie Musketiers maakte d’Artagnan tot een archetypische ridderlijke held, een voorbeeld van de militaire deugden moed, beleid en trouw, door Dumas samengevat in de lijfspreuk van zijn helden: Eén voor allen, allen voor één! Hij is een voorbeeld waarmee velen zich identificeren, en niet alleen de Fransen, die zijn sterfdag dit jaar tot officiële gedenkdag hebben verheven.
Maar ook aan de Nederlandse kant sneuvelden vele dappere soldaten, en een ervan was op zijn manier al in zijn eigen tijd een literaire held: Jonker Joan van Paffenrode, baron van Gussignies (1618-1673). Hij kwam uit een adellijk geslacht uit Gorinchem, en zijn moeder was een van de laatste telgen uit het befaamde geslacht Van Arkel – van het rijmpje
Brederode, de edelste
Wassenaar, de oudste
Egmond, de rijkste
Arkel, de stoutste*
* de dapperste
Van Paffenrode had dus de op zijn laatste levensdag betoonde moed van niemand vreemd! Begonnen als soldaat in het Staatse leger, was hij opgeklommen tot luitenant-kolonel in het Regiment van Prins Johan Maurits van Nassau–Siegen, en was militair commandeur van zijn vaderstad. Jacques de Fariaux, de gouverneur die de verdediging van Maastricht leidde, had hem belast met de verdediging van Wyck.
Wie schrijft die blijft
Zoals we niet meer over d’Artagnan zouden praten als Dumas hem niet geromantiseerd had, zo zouden we over Paffenrode niets weten als hij niet zelf, naast officier in het Staatse leger, een in zijn tijd bekend literator was geweest. Hij schreef een tragedie over zijn voorvader, Willem van Arkel, de tegenspeler van Jakoba van Beieren tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten; een tweetal komedies; een aantal gelegenheidsgedichten (waaronder een “Lykdigt” op de dood van Frederik Magnus, Rijngraaf van Salm, gouverneur van Maastricht), ander “mengelwerk”, en een groot aantal “puntdigten”, waaronder vertalingen van de epigrammen van Martialis. Een eerste editie van zijn verzamelde literaire werk verscheen al tijdens zijn leven. Daarnaast combineerde hij zijn geleerdheid en zijn beroepskennis in een traktaat over de krijgskunst van de Oude Romeinen, gebaseerd op antieke literaire bronnen: Der Griken en Romeynen krygs-handel: ofte Beschrijvinge van de Griekse en Roomse land-militie (Gorinchem 1675). Dit door zijn zoon postuum uitgegeven rijk geïllustreerde werk bevat ook zijn gegraveerde portret [zie de afbeelding].
Zowel de Krygs-handel als de postume edities van Paffenrode’s verzamelde werk bevatten een aantal lofdichten op de auteur door vrienden en collega’s, die ook ingaan op zijn heldhaftige dood. Die was een direct gevolg van de planning van Lodewijk XIV om in de nacht van 24 op 25 juni voor het eerst een bestorming van de buitenwerken voor de Tongerse Poort te ondernemen. De koning vroeg zijn broer, de Hertog van Orléans, die aan de overkant van de Maas was gelegerd, een schijnaanval op Wyck te ondernemen, die uitsluitend als afleiding was bedoeld, en om te verhinderen dat de in Wyck gelegerde troepen te hulp konden schieten bij de Tongerse Poort. Maar omdat aan de oostkant van de Maas, waar de Fransen geen loopgraven hadden gegraven, geen aanval verwacht werd, lukte het hen om de buitenwerken binnen te dringen. Er ontstond een furieus gevecht van man tot man, van de Nederlandse kant aangevoerd door Paffenrode in persoon, zwaard in de hand.
Portret van Johan van Paffenrode, prent door Johan van Haensbergen, titelprent uit Paffenrode’s Der Griken en Romeynen krijgs-handel, Gorinchem 1675
Een aantal van de genoemde lofdichten geven plastische beschrijvingen van zijn heldenmoed (hieronder). Als de gedichten kloppen, ging Paffenrode zijn mannen voor, toen zij terugschrokken voor de onverwachte Franse furie, en vocht zich letterlijk dood: hij bleef zijn mannen voorgaan en aanmoedigen toen hij al door meerdere piekstoten zwaargewond was geraakt, en viel pas neer toen hij door een kogel geraakt werd.
De Nederlandse held van 25 juni 1673
We weten niet of dit echt precies zo gebeurd is, maar het feit blijft dat Paffenrode manmoedig gebleven is in de strijd – die de Fransen uiteindelijk geen voordeel opleverde, omdat ze aan de oostkant van de Maas niet genoeg manschappen hadden om de veroverde buitenwerken te verdedigen. Hij is een uitstekende kandidaat om de gesneuvelden van de Nederlandse kant te vertegenwoordigen. Het zou mooi zijn als naast de vier, vijf monumenten voor d’Artagnan die al in Maastricht staan, daar ook een monument komt voor Paffenrode – bijvoorbeeld op het Parma bastion bij het Centre Céramique, ongeveer de plek waar hij het leven heeft gelaten.
Dirk Jacob JANSEN
UYTERSTE UYR,
GESLAGEN
In de Wercken van Wijck, ten Prael van den
Ed: Wel-geboren Heer,
Ionckh. JAN van PAFFENRODE
Vry-Heere van Gussinghni, Lieutenant Colonel,
Commanderende het Regiment van Prins
Maurits van Nassouw, gebleven in Wijck
tot Maestricht, den 24 Juny, 1673
Ront op dan Fama blaast, en met een snel geluyt,
Heer Paffenrodes ent hier over ’t aerdrijk tuyt.
Hy die met sijne Pen, der Griken en Romijnen
Krijgs-handels ons hier stelt voor ’t oog, om uyt te vijne
Hoe men kloeckmoedigh strijt, bewijst het metterdaet
In ‘t Wijckse buyten-werck, dat hy was een Soldaet,
Vol moet en vier gepropt, doen hy sagh dat de Franse
Ons waren op het lijf, Sa mannen, hier ’s noch kansse.
Hout u maer dicht by een. Hy treet het rot dan voor,
Den degen in de vuyst, maer weynig hem op ’t spoor
Naer volgen, sijn geroep dat was, hou stant, ’t geschitter
Van ’t stael, den rook en damp, die om hem vloog: hoe bitter
Was dit voor ons, hy deyst, gemartel heel bebloedt,
Men vat hem af, en even stout en wel gemoedt
Roept, het en is geen Noot; (hoe dat sijn wonden bloede
Die hy ontfangen had, in dat verbystert woeden)
T’ sa mannen, t’sa, val aen, bethoont nu wie ghy bent,
Schroomt geen gevaer, dit uyten hy op ’t laest, op ’t ent
Vloogh hem nog ’t loot door ’t lijf, de houwen en de steeken
Tot meenigh in ’t getal, die konnen ’t hert niet breken,
Maer al het krijgs-geweer, heeft dood’lijk hem geraekt,
Tot dat dien vromen Held, het leven heeft gestaekt:
Sijn wonden dan om Hoogh, die blincken als Robijnen,
En zullen met de ziel een eewigh rustplaets vijnen,
Hier op der aerdt zijn deught, sijn ommegangh en lof
Die sullen van geen tijt bedompelt sijn in stof.
–
Gestelt door Liefden.
A. V. GESSEL. Vendrich.