De kerk ligt op een, deels van een keermuur voorziene, verhoging in de wijk Wolder. De kerk is omgeven door een kerkhof. Ze is vormgegeven als Neogotsiche, driebeukige kerk met driezijdig gesloten koor. De kerk is gebouwd door architect Lous Keuller (Venlo) in 1896.
De kerk is uitgevoerd in baksteen. De westzijde wordt gevormd door een toren met o.a een groot rozetvormig venster. Ingangen zijn niet aan de voorzijde maar aan de zijkanten gesitueerd. De toren heeft vier geledingen en een ingesnoerde spits. Het schip heeft een zadeldak, de zijbeuken hebben lezenaarsdaken. Alle daken zijn met leien gedekt.
Orgel
In 1843 plaatste Adam Binvignat (Maastricht) – op verzoek van de pastoor – een 7 stemmen tellend orgel; het kerkbestuur was van mening, dat er “geene middelen in de kast of voorhanden zijn” om dit orgel te betalen; dit gebeurde (voorlopig) door de pastoor uit eigen zak; in 1852 werd bedoeld orgel vervangen door een nieuw orgel van Pereboom & Leijser (Maastricht), dat in de loop van de jaren enige malen is gewijzigd en in 1965 door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) in een nieuwe/eigentijdse kas werd geplaatst.
Bron : G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)
Bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan, in 1972, heeft het kerkbestuur van onze Parochie Petrus en Paulus een brochure uitgegeven. De brochure geeft een goede indruk van de geschiedenis van onze kerk.
Extra informatie over de klokken
Daarboven in de toren (beluister: Frits Rademacher)
Boven in de kerktoren van Wolder hangen drie klokken. Ze zijn van hetzelfde materiaal, nl. brons, maar verschillend van maat, daardoor van geluid, en van functie. Alle drie hebben ze een naam: de kleinste heet Jozef, de middelste Maria en de grootste heet Petrus en Paulus, naar de patroonheiligen van de kerk.
Dit bronzen drietal heeft er niet altijd gehangen. Tot in de Tweede Wereldoorlog hing er maar één klok. Deze is door de Duitsers gevorderd. Ze kiepten haar uit het galmgat en voerden haar af. De klok overkwam hetzelfde als talloze andere: ze werd omgesmolten tot wapentuig. Klokken werden kanonnen. De ijzeren klepel lieten de Duitsers achter, want hij had voor hen geen waarde. Deze klepel is een van de curiosa in het museum van Chel Bastiaens, gevestigd in de toren, boven het oksaal.
Het geluid van de klok werd erg gemist in Wolder. Direct na de oorlog startte men met het inzamelen van geld. Er kwam niet één nieuwe klok, het werden er drie, in 1947 voor het eerst te horen. Chel herinnert zich dat de nieuwe klokken eerst drie weken in de kerk vóór de communiebank hebben gestaan. Op een schaal lag een enorme berg papiergeld , bijeengebracht door de parochianen. Er werd gefluisterd dat daar veel zwart geld bij zat.
De klokken zijn geleverd door de Koninklijke Eijsbouts uit Asten. Dit is het bedrijf dat in 2012 in het nieuws kwam toen het een klok van 5000 kg (ook een Maria) leverde aan de Notre Dame in Parijs. De klokken zijn vrijwel zeker niet bij Eijsbouts gegoten. Het bedrijf startte pas in 1947 met het zelf gieten; voorheen betrok men de klokken van andere firma’s.
De klok Jozef is de kleinste met een doorsnee van 75 cm, dan komt Maria, die meet 85 cm. De grootste van het drietal, Petrus en Paulus, meet 105 cm en heeft een gewicht van ruim 700 kg. De klokken zijn door Woldenaren met touwen opgetakeld. Dat moet een spectaculair gebeuren zijn geweest. Voorafgaand aan het ophangen is eerst de klokkenstoel (het houten raamwerk waarin klokken hangen) aangepast, zodat er plaats kwam voor drie. Dit raamwerk heeft men later nog een keer moeten verstevigen. Sinds 1991 geeft het uurwerk van de kerktoren zeer nauwkeurig de tijd aan. Het is nu radiogestuurd gekoppeld aan het tijdsignaal van de atoomklok van Mainflingen bij Frankfurt.
‘Slaat’ of ‘luidt’ een kerkklok? Beide. Onze drie klokken hebben een ijzeren klepel en een hamer (vroeger van ijzer, nu van kunststof). Deze hamer zit naast de klok en slaat tegen de buitenkant. Als we de klok de hele en halve uren horen slaan, dan gebeurt dit via de hamer. Bij het luiden beweegt de klok zelf heen en weer, zodat de klepel tegen de binnenkant botst. Iedere dag kunnen we een combinatie van beide horen. Telkens om acht uur, twaalf uur en om half zeven ‘klept’ het angelus (oproep tot het bidden van een Weesgegroet). Dit begint met drie maal drie slagen, het ‘tumpen’, waarna de klok Maria kort luidt. Een half uur voor de aanvang van een H. Mis luiden Maria en Jozef; 10 minuten ervoor klinkt Jozef nog een keer. Als iemand is overleden, dan luidt men direct of de volgende ochtend Petrus en Paulus, de klok met de laagste toon. Dit gebeurde vroeger altijd, nu alleen nog als de familie erom vraagt. Bij huwelijksmissen klinkt het lichtere geluid van Maria en Jozef. “De klein brink ummer bliedsjap, de grote soms ouch leid”, zong Frits Rademacher al. Soms, op feestelijke momenten, klinken ze alle drie tegelijk.
Onderstaande foto’s komen van
Bron: http://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl
Exterieur : oorlogsplaquette voor de Amerikaanse vliegenier Arthur Sugas. Foto 2019